Digitaal toetsen
Het toetslandschap is sterk in ontwikkeling. De vraag naar digitaal toetsen stijgt snel en ook de diversiteit aan toetsvormen neemt sterk toe. Het toetsproces raakt steeds meer verweven met het onderwijsproces, waarbij toetsen geen afrekenmoment, maar een leermoment wordt.
Een lege zaal waar digitaal getoetst wordt

Kernbegrippen digitaal toetsen

Kernbegrippen rondom digitaal toetsen en beoordelen helpen instellingen om dezelfde taal te spreken.

Adaptieve toets

Een adaptieve toets (Computergestuurde Adaptieve Toets (CAT)) is een toets waarbij de opgaven worden afgestemd op het kennisniveau van de student. Na een goed antwoord krijgt de student een moeilijkere opgave, bij een fout een gemakkelijkere. Een andere mogelijkheid is aanpassing op toetsniveau: dan krijgt de student op basis van de eerdere score een moeilijkere of gemakkelijkere vervolgtoets.

Afspeelomgeving

De afspeelomgeving (player) stelt de student in staat een digitale toets te maken. De afspeelomgeving controleert de identiteit van de student, biedt de toets aan, registreert de antwoorden en stuurt deze terug naar de itembank.

Auteursomgeving

De auteursomgeving is een interface waarin docenten een digitale toets (vragen en antwoorden) kunnen ontwikkelen. De auteursomgeving biedt keuze uit verschillende vraagtypen, maakt het mogelijk multimedia toe te voegen, ondersteunt (meestal) het werkproces en legt het reviewproces vast. De vragen worden voorzien van metadata en de gewenste interactie.

Digitaal toetsen

Als we het hebben over digitaal toetsen en beoordelen hebben we het over het proces dat uiteindelijk leidt tot het vaststellen of een student wel of niet in aanmerking komt voor een diploma of deelcertificaat. Het proces van toetsen en beoordelen van de student kan er per cursus, opleiding, faculteit, instituut of domein heel verschillend uitzien. Er is een spectrum aan mogelijkheden, variërend van digitale multiple choice-kennistoetsen tot essaytoetsen, tot het inleveren van opdrachten, het bijhouden van een portfolio, inclusief feedback.

Digitale toetscyclus

De toetscyclus omvat het (cyclische) proces van ontwerpen, afnemen, nakijken, analyseren en evalueren van toetsen. In de digitale toetscyclus spelen verschillende digitale (componenten van) systemen een rol. De belangrijkste zijn de auteursomgeving, de itembank, de afspeelomgeving en de analysetool.

Digitaal toetssysteem

Een digitaal toetssysteem is de software die het digitale toetsproces ondersteunt. Dit systeem bestaat meestal uit een of meer van de volgende componenten: auteursomgeving, afspeelomgeving, (toets)analysetool en itembank.

Formatieve feedback

Formatieve feedback geeft studenten inzicht in hun sterke en zwakke punten en helpt hen het eigen leerproces te verbeteren. Digitaal toetsen biedt mogelijkheden om formatieve feedback te standaardiseren en om rijke feedback te geven (bijvoorbeeld links naar relevante achtergrondinformatie).

Itembank

Een itembank is een digitale verzameling vragen die voor een toets gebruikt kunnen worden. De toetsvragen kunnen worden voorzien van kenmerken, zoals metadata, tags, trefwoorden en labels. Ook de resultaten van de toetsen en van de (psychometrische) analyses worden bewaard in de itembank.

Lockdown browser

Een lockdown browser (secure browser) beperkt de toegang tot internet, andere applicaties of randapparatuur. Daardoor kan een student geen informatie opzoeken tijdens een toets. De docent kan de beperkingen instellen. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk om naar een webpagina te verwijzen zonder verdere toegang tot internet.

Online proctoring

Online proctoring (online surveilleren) is een vorm van online beveiliging bij digitale toetsafname. Dit stelt opleidingen in staat om studenten plaatsonafhankelijk een toets te laten afnemen. Monitoring op afstand met behulp van controlesoftware, webcam- en/of smartphone-beelden en/of meekijken op het scherm moet voorkomen dat de student fraudeert.

Peer assessment

Bij peer assessment (ook wel peer review of peer feedback genoemd) beoordelen studenten (peers) elkaars producten en voorzien elkaar van feedback. In sommige digitale toetssystemen kunt u de mogelijkheid van peer assessment instellen.

Secure client

Software die de toegang tot internet, andere applicaties of randapparatuur beperkt. Deze software kan worden geïnstalleerd op de computer waarop toetsen worden afgenomen. Deze software verhindert dat een student informatie opzoekt tijdens een toets.

Toetsanalysetool

Een toetsanalysetool voert statistische (psychometrische) analyses uit op de toetsuitslagen en helpt bij de interpretatie van de uitkomsten. Met een toetsanalyse kun je toetsvragen opsporen die te makkelijk, te moeilijk of onduidelijk zijn. In veel toetssoftware is zo’n component opgenomen.

Toetsclient

Een toetsclient kan zowel betrekking hebben op een werkstation als op de software die gebruikt wordt voor toetsafname. Een dedicated toetsclient is een werkstation dat uitsluitend voor toetsafname wordt gebruikt.

Metadata

Metadata zijn data over (bijvoorbeeld) het gebruik van een item. Bij een digitale toets kan de docent metadata meegeven, bijvoorbeeld over het soort vraag of het onderwerp dat wordt getoetst. Maar het systeem kan zelf ook metadata toevoegen, bijvoorbeeld over hoe vaak een vraag is gebruikt of over de resultaten.