Hoe doen ze het in Australië en Nieuw-Zeeland?

Veel verder dan Australië en Nieuw-Zeeland kun je niet reizen. Maar ook die landen hebben elk hun eigen SURF. Hoe werkt dat daar?

Hoe doen ze het in Australie en Nieuw-Zeeland

REANNZ bestaat nog geen achttien jaar: best jong voor een NREN. Veel van deze ‘National Research and Education Networks’ dateren immers uit de late jaren ’80, toen steeds meer computernetwerken universiteiten met elkaar begonnen te verbinden.

De focus van REANNZ is “Connecting Researchers. Everywhere” – een flinke uitdaging wanneer je bedenkt hoe ver Nieuw-Zeeland is van grote researchregio’s zoals Europa. REANNZ zet hiervoor zijn gelijknamige netwerk in, plus internationale connectiviteit en diensten zoals eduroam en Tuakiri, het equivalent van SURFconext. “Data- en rekendiensten doen we niet,” zegt CEO Amber McEwen. “Daarvoor werken we nauw samen met een andere organisatie.”

Het Australische AARNet daarentegen is een van de ‘oude’ NREN’s. In de loop der jaren is zijn takenpakket gegroeid. Bijvoorbeeld met dataopslag in de cloud en een security operations center dat ook campusnetwerken bewaakt. Als een van de weinige NREN’s heeft AARNet zelfs zijn eigen glasvezelnetwerk, om alle delen van het vijfde continent tot een digitale eenheid te smeden.

“Ik ben trots op AARNet,” zegt CEO Chris Hancock

Chris Hancock, AARNet

Meer omzet

“Ik ben trots op AARNet,” zegt CEO Chris Hancock dan ook. “We zijn groot genoeg om samen te werken met partijen als Google en Amazon. En we lopen binnen Australië vaak voorop in de implementatie van nieuwe technologieën.”

Maar Hancock wil méér. Ambitie nummer 1 is “growing the business.” Hij legt uit: “Onze omzet moet dit jaar met tien procent groeien. Bijvoorbeeld door extra klandizie voor onze beveiligingsdiensten. Maar ook door ondersteuning voor eResearch.”

Zijn andere ambitie is AARNet5: de nieuwe generatie van het netwerk. En de uitbreiding van het glasvezelnetwerk tot buiten Australië.

Uitdagingen

Gaat dit allemaal lukken? Hancock is voorzichtig: “Covid heeft de academische wereld ingrijpend veranderd. Onze leden – vooral universiteiten – zitten krapper bij kas dan ooit tevoren. Dat is best een uitdaging, want er is enorm veel concurrentie: we moeten ons steeds weer bewijzen.”

“Mijn mensen beschikken over expertise die schaars is in Nieuw-Zeeland. En ze doen alles om problemen op te lossen, zelfs als die niet rechtstreeks met ons netwerk te maken hebben.”
Amber McEwen, CEO van REANNZ

“Maar tegelijk zijn er het afgelopen jaar een aantal grote hacks geweest in Australië, die ook gewone burgers hebben geraakt. Iedereen is nu geobsedeerd door ict-beveiliging. En die bieden wij.”

“Uiteraard zijn er op politiek niveau eveneens uitdagingen. Maar het AARNet-model is in de eerste plaats een business-model.”

Toewijding

Dat laatste lijkt ook te gelden voor REANNZ: als je bijvoorbeeld kijkt naar de achtergrond van bestuur en medewerkers, zie je haast alleen carrières in het bedrijfsleven. Ook Amber McEwen zelf is vorig jaar vanuit de commerciële sector bij de NREN gekomen.

"Die toewijding is wat REANNZ overeind houdt," Amber McEwan, CEO REANZZ

Amber McEwan, REANZZ

Net als Hancock ziet ze mensen als cruciaal: alles staat of valt met de juiste skills. Mensen zijn ook een sterk punt van REANNZ, vindt McEwen. “Ik hoor van de leden enorm veel goeds over onze mensen: ze beschikken over expertise die schaars is in Nieuw-Zeeland en ze doen alles om problemen op te lossen, zelfs als die niet rechtstreeks met ons netwerk te maken hebben. Die toewijding is echt wat REANNZ overeind houdt. Daarmee onderscheiden we ons van de commerciële netwerkbedrijven.”

Om te zorgen dat de medewerkers genoeg aandacht aan de leden kunnen besteden, probeert REANNZ zijn eigen bedrijfsprocessen zo veel mogelijk te automatiseren. Bijvoorbeeld via een moderne ‘digital experience’ bij het bestellen van diensten. 

Vitaal belang

Een paar jaar geleden was al die inzet niet genoeg voor een drietal universiteiten. McEwen: “Ze vonden dat we onvoldoende waar voor hun geld boden.”

"Het bezit van een NREN is een kwestie van soevereiniteit."
Chris Hancock, CEO van AARNet

Maar dat duurde niet lang. “Het eerste wat gebeurde, was dat de andere instellingen samen ingrepen: de drie moesten terugkomen, want Nieuw-Zeeland had een NREN nodig. En vervolgens kregen we steun van de GREN: de wereldwijde club van NREN’s. Met name vanuit Australië.”

Hancock: “Klopt: de drie universiteiten wilden namelijk eduroam via AARNet. Ik heb ze verteld dat ze daarvoor bij REANNZ moesten zijn.”

En de GREN deed méér, zo vervolgt hij: “We wilden ook de toenmalige regering van Nieuw-Zeeland duidelijk maken dat ze een eigen NREN nodig hadden. Dus hebben we ze case-studies voorgelegd en laten zien wat AARNet in Australië doet voor onderzoek en onderwijs.”

"We zijn sterker uit de strijd gekomen."
Amber McEwan, CEO van REANZZ

“En we hebben allerlei netwerktesten uitgevoerd, ook internationaal, die niet mogelijk waren met commerciële providers. Zodat de regering besefte dat het bezit van een NREN een kwestie van soevereiniteit is voor Nieuw-Zeeland: een vitaal belang voor de toekomst.”

Uitbreiden

Die aanpak werkte. Zo goed zelfs dat REANNZ nu extra geld heeft gekregen om zijn netwerk te vernieuwen. McEwen, tevreden: “We zijn dus sterker uit de strijd gekomen.”

In plaats van inkrimpen wil ze uitbreiden. Ten eerste wat betreft het aantal leden binnen de Nieuw-Zeelandse onderzoek- en onderwijssector. En ten tweede qua impact, want diensten als eduroam zijn nog niet bij alle instellingen in gebruik. Ook daar is dus nog werk te doen, zodat het netwerk optimaal gebruikt kan worden.

Security

McEwens derde actiepunt is beveiliging. “Onze leden vragen ons om hun omgevingen te beschermen door ‘schadelijk verkeer’ weg te houden van hun firewalls. Dus kijken we hoe we dit het beste kunnen doen zonder samenwerking te belemmeren.”

Ook daar is de verbinding met AARNet onontbeerlijk. Op Hancock kan ze rekenen: “Door nauw samen te werken, helpen we Ambers klanten tegelijk met de onze. Zo kunnen we als NREN’s meerwaarde bieden.”

“Ken je één andere bedrijfstak waar CEO’s rond de tafel gaan zitten om de geheimen van hun strategische planning te delen?”
Chris Hancock, CEO van AARNet

 

Hoe belangrijk internationale samenwerking is voor beveiliging, merkte een van de belangrijkste gebruikers van REANNZ. Deze organisatie stuurt geregeld grote hoeveelheden data naar een instelling in het Verenigd Koninkrijk, maar merkte dat haar Britse partners steeds meer aarzelingen kregen: die vreesden dat hun eigen data niet veilig waren in Nieuw-Zeeland. McEwen: “Dat probleem hopen we samen met AARNet en JISC op te kunnen lossen.”

Geen concurrenten

Zo komt het gesprek steeds weer op samenwerking tussen NREN’s: regionaal maar ook wereldwijd. Voor McEwen voelt het alsof er achter haar mensen een wereldwijd GREN-team staat. “Daardoor kunnen we extra expertise inbrengen. Mensen van AARNet of JISC komen hier om te laten zien wat er mogelijk is.”

Voor Hancock is de GREN een middel om effectiever en efficiënter te kunnen werken. “Denk maar aan eduroam, of aan FileSender, waar SURF een van de ontwikkelpartners was van AARNet.”

McEwen: “Dat kan omdat we geen concurrenten zijn, hè? Dat is het mooie.”

Hancock: “Precies. Ken je één andere bedrijfstak waar CEO’s rond de tafel gaan zitten om de geheimen van hun strategische planning te delen? Dat unieke voordeel moeten we goed gebruiken.”

Tekst: Aad van de Wijngaart

'Hoe doen ze het in Australië en Nieuw-Zeeland?' is een artikel van SURF Magazine.

Terug naar SURF Magazine

Vragen naar aanleiding van dit artikel? Mail naar magazine@surf.nl.