Ander licht op Van Gogh
Hoe komt het dat sommige kleuren in de schilderijen van Vincent van Gogh langzaam veranderen, en wat doe je ertegen? Dat probeert het Van Gogh Museum samen met ASML en verschillende wetenschappelijke instellingen te doorgronden. Voor het opslaan, delen en verwerken van de data werken zij samen in SURF’s Research Drive en Research Cloud.
In het kort
Wie: Marco Roling en Michiel Goosen
Functie: datasteward; Hoofd collectie-informatie en bibliotheek
Instelling: Van Gogh Museum
Dienst: Research Drive en Research Cloud
Uitdaging: samen met andere partijen opslaan, delen en analyseren van vele terabytes aan verschillende soorten onderzoeksdata
Oplossing: een gedeelde dataomgeving die door alle partijen vertrouwd wordt
“Een roze grijs gelaat met groene oogen, aschkleurig haar, rimpels in voorhoofd en om den mond, stijf houterig, een zeer rooden baard, vrij ongeredderd en triest, maar de lippen zijn vol, een blaauwe kiel van grof linnen en een palet met citroengeel, vermilloen, veroneesgroen, cobaltblaauw, enfin alle kleuren, behalve den oranje baard, op het palet, de eenige heele kleuren echter.”
Zo beschreef Vincent van Gogh in juni 1888 een van zijn zelfportretten aan zijn zus Willemien. Iedereen kent de felle, heldere kleuren van Van Gogh. Nu, meer dan honderd jaar later, doet het Van Gogh Museum in Amsterdam onderzoek naar de veroudering van zijn schilderijen. Want licht, temperatuur en luchtvochtigheid hebben invloed op de conditie van een schilderij.
Kunsthistorisch, materiaal-technisch en natuurwetenschappelijk onderzoek deed het museum zelf al, maar meer interdisciplinair onderzoek op grotere schaal is nodig voor het opsporen van veroudering en het vinden van de oorzaken en eventuele maatregelen. Marco Roling, datasteward bij het Van Gogh Museum, schetst de vragen die daarbij worden gesteld: “Wat voor verf heeft Van Gogh gebruikt? Van welke pigmenten verandert de kleur en hoe kunnen we dat proces vertragen?”
De scans leveren in sommige gevallen terabytes aan informatie op
Scans en monsters
Het museum heeft niet alle benodigde apparatuur en expertise zelf in huis en werkt daarom onder andere samen met het techbedrijf ASML, de Universiteit van Amsterdam en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De schilderijen worden met geavanceerde apparatuur, deels door ASML ontwikkeld, op allerlei golflengten gescand: met röntgenstralen, infraroodcamera’s en UV-licht. Zo worden de verschillende lagen verf in kaart gebracht. Ook worden monsters van de verf genomen om te bekijken uit welke materialen die bestaan.
“De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft een groot lab daar tegenover het Rijksmuseum”, wijst Roling door het raam. “Daar worden de chemische elementen van de verf geanalyseerd. De technieken worden steeds beter. Vroeger had je een sample van een millimeter nodig, nu kunnen we een minuscuul verfmonster gebruiken dat je met het blote oog niet eens kunt zien.”
“Uit de geschreven bronnen in onze archieven weten we heel veel over de schilder”, vertelt Michiel Goosen, die Hoofd collectie-informatie en bibliotheek is bij het Van Gogh Museum. “Hij beschreef welke verf hij gebruikte en dat hij sommige soorten zelf ook al zag verkleuren. Dan weten we dat bepaalde kleurstoffen blijkbaar minder stabiel zijn. De combinatie van deze kennis met andere wetenschapsgebieden levert interessante nieuwe invalshoeken op.”
Gedeelde en vertrouwde data-omgeving
De scans leveren in sommige gevallen terabytes aan informatie op. Ook verzamelen de onderzoekers veel verschillende soorten data. Datamanagement wordt daarom steeds belangrijker. “Je wilt dat wetenschappelijk onderzoek reproduceerbaar is”, zegt Goosen. “Daarom moet je alles vastleggen: met welk apparaat is dit gemeten, is het een tekstbestand, een fotobestand of iets anders?”
Er was dus behoefte aan een gedeelde dataomgeving die door alle partijen vertrouwd werd, vult datasteward Roling aan. “Voor het opslaan en delen van de data en software zijn we daarom SURF Research Drive gaan gebruiken, en voor het analyseren ervan sinds kort ook SURF Research Cloud. We wilden onze eigen automatiseringsafdeling hier niet te veel mee belasten, omdat het een experimenteel project is."
"SURF heeft ervaring met wetenschappelijke data en samenwerking tussen verschillende partijen. Het is een neutrale partij zonder commercieel belang en met goede support. Ik ben ook blij met de user group-bijeenkomsten, waar je ervaringen uitwisselt met SURF en andere gebruikers.”
Hele dataflow inzichtelijk: van scan naar interpretatie
Naast zijn werk op het vlak van ict is Roling ook autonoom kunstenaar. Misschien benadert hij zijn ict-uitdagingen daarom ook op een creatieve manier. “Als je begint met het gebruik van Research Drive, is het eigenlijk een lege omgeving met mappen. Om dat overzichtelijk in te richten, gebruikte ik de metafoor van een Amsterdams grachtenpand: er is een deur, een hal, een zolder, en er zijn verschillende kamers.”
“Om de Research Drive-omgeving voor alle gebruikers duidelijk te structureren, gebruik ik de metafoor van een Amsterdams grachtenpand”
Elke ruimte heeft een specifieke functie en niet iedereen heeft toegang tot dezelfde ruimtes. “Als je een pakketje data wil afleveren, eigenlijk als een soort pakketbezorger, zet je dat in de hal neer. Vervolgens neemt de datasteward het pakketje mee naar de achterkamer om het uit te pakken. Ik heb de mappen ook echt de namen van deze ruimtes gegeven. Zo is de hele flow inzichtelijk: van scan naar interpretatie.”
Uit een meting met sensoren is al gebleken dat de hoeveelheid bezoekers die voor de kunstwerken staat, en dat zijn er bijna 6000 per dag, niet zoveel invloed heeft. Licht en vocht des te meer. Die factoren worden dan ook streng gereguleerd in de tentoonstellingszalen. Het is een enorm dilemma voor het museum: je wilt dat iedereen kan genieten van de kunst van Van Gogh, maar door de werken tentoon te stellen, verouderen ze wel. Hopelijk kunnen we dankzij dit onderzoek nog lang op een verantwoorde manier van Van Gogh genieten.
Tekst: Josje Spinhoven