Onderwijsvernieuwers die docenten willen helpen met het tot stand brengen van onderwijsinnovatie met ict vinden hier inspiratie en keuzehulp om dit te organiseren. Bij een aantal hogeronderwijsinstellingen is onderzocht hoe zij docenten in staat stellen hun onderwijs te vernieuwen.
5 aandachtspunten voor het organiseren van onderwijsinnovatie
Uit de interviews met instellingen komen de volgende 5 aandachtspunten naar voren.
1. Ondersteun docenten waar mogelijk
Docenten in het hoger onderwijs zien dat digitalisering allerlei nieuwe mogelijkheden biedt om het onderwijs effectiever te maken, maar het ontbreekt hun vaak aan tijd. Overbelaste docenten zijn eerder regel dan uitzondering in het hoger onderwijs. Hogeronderwijsinstellingen die inzetten op beter onderwijs met behulp van technologie, moeten docenten ruimte en tijd bieden en hen ondersteunen waar ze maar kunnen. Dat betekent dat de instellingen moeten investeren in uitstekende begeleiding, in goede faciliteiten, dat ze waar mogelijk werk uit handen nemen, bekendheid met de faciliteiten creëren, waardering tonen voor het eindresultaat en kennisdeling organiseren. De aanpak hiervan verschilt per instelling.
2. Stel de onderwijsvisie centraal
Bij alle geïnterviewde instellingen ligt een onderwijsvisie aan de basis van het herontwerp van onderwijs. Een onderwijsvisie kan bijvoorbeeld aangeven waarom de instelling verwacht dat blended learning als onderwijsconcept de kwaliteit van het onderwijs zal verhogen. Vaak is een onderwijsvisie een uitwerking van het strategisch plan, gericht op het onderwijs. Een herontwerp van het onderwijs wordt eerder een succes als iedereen duidelijk weet waarom de instelling erop inzet. Het dient ook als een ankerpunt tijdens het herontwerp-proces: ben ik iets aan het doen wat aansluit bij de onderwijsvisie?
Het is daarom essentieel dat iedereen binnen de instelling bekend is met de onderwijsvisie en dat die breed wordt gedragen. Is er geen onderwijsvisie? Stel er zelf één op. Communiceer jouw visie zo breed mogelijk, ook naar het management toe. Wie weet wie je inspireert.
3. Maak innovatiebudget vrij
Hoeveel geld moet je als hogeronderwijsinstelling steken in het ondersteunen van docenten? En hoe besteed je dat geld wijs? Dat hangt onder andere af van de grootte van de instelling, het aantal studenten, het eigen vermogen en de strategische doelen die de instelling nastreeft. Het maakt ook uit of het budget centraal wordt verdeeld, bijvoorbeeld via tenders, of dat faculteiten over eigen potjes voor onderwijsvernieuwing beschikken. Dat maakt het moeilijk om innovatiebudgetten te vergelijken. Als het gaat om de verdeling van het budget, blijkt het lastig om een goed onderscheid te maken tussen het innovatiebudget en geld voor lopende zaken.
Eén conclusie valt wel te trekken: de instellingen investeren vooral in mensen. Ongeveer de helft van het innovatiebudget (40 tot 70 procent) gaat op aan ondersteuners in alle soorten en maten. De investering in faciliteiten, licenties en tools ligt lager; afhankelijk van de instelling tussen de 15 en 40 procent. Voor het professionaliseren van docenten trekken de instellingen tussen de 15 en 25 procent van het budget uit.
4. Zorg voor communicatie en kennisdeling
Met een goede ondersteuningsorganisatie alleen is een instelling er niet. Docenten moeten allereerst weten dát de instelling onderwijsinnovatie aanmoedigt of zelfs verplicht stelt. Daarnaast hebben ze informatie nodig over waar ze terechtkunnen als ze hun onderwijs willen vernieuwen, wat het oplevert, hoeveel tijd erin gaat zitten, hoe ze worden ondersteund en welke vormen van waardering ze ervoor ontvangen. Communicatie en kennisdeling vormen dus een belangrijk onderdeel van het organiseren van onderwijsinnovatie met ict. Eén van de keuzes waar een instelling voor staat, is hoe zij die communicatie en kennisdeling vormgeeft.
Veel docenten worden het liefst geïnspireerd door innovatieve collega’s, liever dan bijvoorbeeld door externe trainers. Collega’s wekken meer vertrouwen, omdat ze vanuit de onderwijscontext en de vakinhoud bespreken wat een tool kan bijdragen aan het onderwijs. De instellingen maken daarom veel gebruik van ambassadeurs. Deze onderwijsvernieuwers komen aan het woord tijdens lunchsessies, workshops en onderwijsdagen, ter inspiratie van hun collega’s.
Instellingen bedenken allerlei creatieve manieren om docenten in contact te brengen met innovators van binnen en buiten hun vakgebied. Vaak gebeurt dat in een informele context, zoals een lunch of een innovatiecafé, maar ook op symposia en tijdens professionaliseringstrajecten worden de onderwijsvernieuwers veelvuldig ingezet. Online delen de instellingen informatie, ervaringen, tools en tips in blogs en video’s. Via onder anderen SURF communities en de SURFacademy krijgt kennisdeling tussen instellingen vorm. Voor communicatie en kennisdeling is communityvorming waardevol. Geef aandacht en ondersteuning aan community's vanuit de instelling. Iedere community heeft een 'trekker' nodig. Zorg dat die rol wordt vervuld.
5. Bied mogelijkheden voor docentprofessionalisering
Alle geïnterviewde instellingen vinden het professionaliseren van docenten belangrijk om kwaliteitsverbetering in het onderwijs te bereiken. Voor een deel vindt die professionalisering plaats tijdens het innovatieproces zelf (leren door te doen): presentaties van onderwijsvernieuwers of blogs in het kader van kennisdeling dragen bij aan informele docentprofessionalisering. Daarnaast biedt iedere hogeronderwijsinstelling docenten mogelijkheden om de eigen onderwijskwaliteiten te vergroten. Docenten kunnen de Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB) en de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) halen. Zorg dat de inzet van ict in deze opleidingen kleine setting een groot aandeel heeft, ondanks dat deze meer nut hebben bij onderwijs aan grote groepen: practise what you preach.
Instellingen bepalen zelf welke vaardigheden daaronder vallen. Er is dus geen algemene kwaliteitseis voor docenten op het gebied van ict-vaardigheden. Daarnaast bieden de instellingen allerlei workshops en gevarieerde vormen van kennisdeling aan, waarmee docenten hun kennis en kunde op het gebied van ict en innovatie kunnen verbeteren.
Het professionaliseren van docenten is een breed onderwerp dat meer uitwerking vraagt. SURF heeft hiermee een begin gemaakt met de uitgave van het rapport ‘Van docentprofessionalisering naar onderwijsontwikkeling. Inventarisatie van de status quo van ict-docentprofessionalisering’ en een afgeleide discussion paper met zeven aanbevelingen.