Menno Rasch, een fan van team science
Erfgoed. Je kunt er niet omheen als je langs de oude Amsterdamse grachten naar het historische pand van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) loopt. We spreken er met Menno Rasch, directeur Digitale Infrastructuur bij het Humanities Cluster van de KNAW. Het belangrijkste gespreksonderwerp? Dat is, niet verrassend, de digitalisering van ons erfgoed.
“Ik heb informatica gestudeerd en later ook filosofie. Eerst dacht ik dat die twee studies niet veel met elkaar te maken hadden. Ja, in beide speelt logica een belangrijke rol, maar voor logica ging ik geen filosofie studeren. Tegenwoordig werk ik op het snijvlak van ict en geesteswetenschappen. Zo komen de twee opleidingen toch nog samen.”
Wifi en printen
Sinds 2021 is Menno Rasch de spin in het digitale web van het Humanities Cluster, een samenwerkingsverband tussen het Meertens Instituut, het Huygens Instituut en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). Daarvoor werkte hij onder andere als informatiespecialist, sectorhoofd bij de Koninklijke Bibliotheek, sectormanager Innovatie en programmamanager Research IT bij Universiteit Utrecht. In die laatste functie hield hij zich bezig met de ontwikkeling en optimalisatie van de onderzoeksinfrastructuur.
“Die infrastructuur heb ik zelf niet opgezet, hoor. Dat zou te veel eer zijn. Ik was er wel nauw bij betrokken. Er bleek namelijk niet zoveel geregeld voor de onderzoeker. Er was wifi, je kon printen en daar hield het zo’n beetje bij op. Toen we ons in de specifieke wensen van onderzoekers wilden verdiepen, liepen we al snel tegen de diversiteit van het onderwerp aan. Er bestaat namelijk geen generieke oplossing waarmee je in één klap alle onderzoekers blij maakt. In de onderwijswereld is dat wat eenvoudiger. Dan kies je voor Blackboard- of Osiris-achtige systemen, waarmee je een breed palet aan ondersteuning afdekt. Dat is in onderzoek een stuk lastiger.”
Van krijtbord tot hpc
“Alle onderzoekers,” zo vervolgt Menno, “werken met data, maar de wensen en toepassingen zijn heel verschillend. Onderzoekers die bijvoorbeeld interviews afnemen, hebben wellicht genoeg aan de opslag van een setje Word-bestanden. Bij anderen gaat het om gigantische, ingewikkelde datasets. Ik laat me graag verrassen door de enorme verscheidenheid aan onderwerpen en methodieken."
"Neem wiskunde bijvoorbeeld. Daar heb je mensen die bij wijze van spreken nog met een krijtbord werken en onderzoekers die high performance computing nodig hebben. De truc is om al die verschillende gebruikers en perspectieven bij elkaar te brengen. In Utrecht was er bijvoorbeeld een helpdesk Statistiek voor de sociale wetenschappen. Die inzet hebben we verbreed, zodat die helpdesk nu ook voor andere vakgebieden beschikbaar is.”
Nationaal Archief
We vragen Menno Rasch hoe hij zijn rol als directeur Digitale Infrastructuur een persoonlijke invulling geeft.
“Ik ben geen techneut. Ik weet hooguit iets van ict. Van onderzoek en van de diversiteit rond het onderzoeksproces. Ik probeer techniek en onderzoekers samen te brengen. Het praten daarover is niet buitengewoon ingewikkeld. Het vergt wat mensenkennis en een beeld van de uitdagingen bij de verschillende wetenschappen of faculteiten.”
Als we hem vragen naar een voorbeeld van waar hij recentelijk mee bezig is geweest, verschijnt er een brede glimlach en gaat Menno er eens goed voor zitten.
“Dat gaat vooral over AI. De mogelijkheden van AI zijn baanbrekend en zorgen voor grote veranderingen. Binnen mijn afdeling heeft een aantal hele slimme mensen Loghi gebouwd, een tool voor Handwritten Text Recognition (HTR). Simpel gezegd geven we de computer een plaatje van een handgeschreven tekst en die maakt daar beter leesbare tekst van. Dat passen we inmiddels breed toe. Zo hebben we onlangs het Republic-project afgerond, waarin op de website Goetgevonden.nl alle stukken van de oude Staten-Generaal zijn gedigitaliseerd en doorzoekbaar zijn gemaakt. Waar je vroeger voor naar het Nationaal Archief moest om lastig leesbare documenten in te zien, kun je die nu online lezen en doorzoeken. Bovendien zijn veel van die teksten verrijkt met additionele informatie over bijvoorbeeld betrokken personen, plaatsen en organisaties.”
Tweede Wereldoorlog
“Een soortgelijk project met meer maatschappelijke impact,” zo gaat hij in rap tempo door, “is Oorlog voor de Rechter. Hierin worden strafdossiers van direct na de Tweede Wereldoorlog uit het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) gedigitaliseerd en doorzoekbaar gemaakt. We zetten AI in voor automatische documentclassificatie, zodat een scan wordt herkend als een proces-verbaal, een handschreven brief of een uitspraak van de rechter, om maar eens iets te noemen. Voor onderzoek biedt AI een wereld van nieuwe mogelijkheden.”
“De politiek voert nu de discussie of beperkte privacyrisico’s boven het grote maatschappelijke belang gaan. Voor historici is dit in ieder geval een uiterst waardevolle bron die nieuwe inzichten kan verschaffen over wat er tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog gebeurde. Dit kan ons helpen bij hoe we als maatschappij met dit verleden omgaan. Wij zijn er een voorstander van dat iedereen diezelfde toegang heeft en kan lezen wat in dit archief is vastgelegd. Onze techniek maakt dat mogelijk. Maar het is aan de gebruiker zelf om rekening te houden met alle vooroordelen, menselijke fouten en gekleurde informatie van deze bron. De bijbehorende website helpt met het geven van context.”
Monnikenklus
“Een derde project is Globalise. Hierin worden bijna vijf miljoen scans van documenten uit het VOC-archief voor onderzoek ontsloten. Het gaat om stukken die verslag doen van alles wat er in Azië gebeurde. Veel gaat over handel, maar ook de agressieve machtspolitiek van de VOC en thema’s als uitbuiting en slavernij komen uitgebreid aan bod. Mijn afdeling was verantwoordelijk voor de transcripties van deze handgeschreven documenten. Samen met collega’s van verschillende instituten uit het Humanities Cluster, de UvA en de VU trainen we modellen om vermeldingen van personen, plaatsen en andere entiteiten in de teksten te markeren en ook beschrijvingen van gebeurtenissen (zoals scheepsbewegingen of opstanden) op te sporen. Dit stelt onderzoekers straks in staat om heel gericht in dit enorme archief te zoeken en snel relevante gegevens te vinden.”
Zonder big tech
We kunnen niet om de vraag heen: waar slaan de onderzoekers van Menno Rasch die gigantische hoeveelheid data eigenlijk op?
“Dat gebeurt voor een deel bij SURF, bij onszelf en in een ander datacenter. We zorgen altijd voor minimaal drie locaties. En niet alle drie onder zeeniveau, zeggen we er dan meteen maar bij. Bigtech-oplossingen proberen we te vermijden. Wij voeren graag zelf de regie. We maken duidelijke afspraken met SURF of met een partij die door SURF wordt ingehuurd. Er mag geen twijfel bestaan over van wie de data is. En voor wie die data toegankelijk is.”
“De data moeten veilig zijn. Het mag niet zoek of beschadigd raken, of gecompromitteerd. We willen niet altijd dat het wordt ‘geharvest’. Onze Voornamenbank is daar een mooi voorbeeld van. Er zijn commerciële partijen die dolgraag over deze database willen beschikken. Webshops die kinderkleding met opschriften maken, om maar eens iets te noemen. Wij willen de data zo open mogelijk delen, maar dat betekent niet dat iedereen het zomaar kan downloaden.”
Team science
Al die verschillende werkzaamheden en projecten doet Menno vast niet in z’n eentje, grappen we.
“Klopt!” zegt hij lachend. “Mijn afdeling bestaat uit zo’n 35 collega’s, waarvan het overgrote deel techneuten; veel softwareontwikkelaars en wat beheerders. Er werken hier niet alleen collega’s met een liefde voor ict, maar vaak ook met een zwak voor geschiedenis, taal of cultuur. Door die sterke verbinding met de inhoud, zie ik ze zelden snel vertrekken. Hooguit naar een andere universiteit, maar zeker niet richting een verzekeraar of andere commerciële organisaties. Ik probeer in het werk zoveel mogelijk ruimte voor individuele expertise te creëren. Wanneer je IT'ers degradeert tot uitvoerders, tot een soort loodgieters die alleen leidingen moeten leggen, wordt niemand daar enthousiast van. Mijn mensen in ieder geval niet. Daarom ben ik een groot fan van ‘team science’. Zet onderzoekers, IT'ers, datamanagers en andere relevante mensen bij elkaar. Laat ze op basis van gelijkwaardigheid met elkaar tot een mooi product komen. Dat werkt goed en daar wordt iedereen ook blij van.”
“Ondertussen luister ik naar mogelijke frustraties en neem ik knelpunten weg, voor zover dat lukt. Ik vind dat je als leidinggevende ook goed op je handen moet kunnen zitten. Managers of directeuren hebben soms de neiging om heel daadkrachtig te zijn en snel in te grijpen. Daar probeer ik terughoudend in te zijn. Vaak lossen problemen op als je de experts zelf alle ruimte geeft. Dan is de hiërarchische lijn helemaal niet nodig.”
Innovatieve slagkracht
Hoeveel ruimte geeft Menno Rasch zijn team om te innoveren? Om technieken en toepassingen te ontdekken zonder dat dit meteen tot concrete resultaten hoeft te leiden?
“Dat is een hele goede vraag, want dat zorgt soms voor spanningen. We zijn een projectorganisatie die projecten moet opleveren. Onze uren dragen direct bij aan de projectdoelen, want daar ontvangen we funding voor. Af en toe is er tussen die projecten wat ruimte om te innoveren of om iets nieuws te proberen. Dat lukt helaas lang niet altijd. En nooit zoveel als wij eigenlijk zouden willen. Het komt wel voor dat collega’s in hun vrije tijd spannende, innovatieve dingen ontwikkelen. Dat is natuurlijk niet wat ik als leidinggevende beoog. Het toont echter wel hoe betrokken en enthousiast de medewerkers zijn. Maar het klopt dat ik heel graag wat meer innovatieve slagkracht zou willen hebben.”
Tenslotte vragen we naar de persoonlijke drijfveren van Menno Rasch.
“Ik heb altijd ideeën en hou van het onderzoeksvak. Er is echter een derde liefde bijgekomen: erfgoed. Sinds 1 januari ben ik voorzitter van NDE, het Netwerk Digitaal Erfgoed. Dat is een netwerk, gedragen door de KB nationale bibliotheek, het Nationaal Archief, Beeld & Geluid, het Nieuwe Instituut, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het KNAW Humanities Cluster. NDE is een netwerkorganisatie die instellingen helpt om hun digitale erfgoed zo goed mogelijk te bewaren, te ontsluiten en te verbinden met andere collecties. Dit is een leuke organisatie om tijd en aandacht in te steken, omdat al deze erfgoedinstellingen met dezelfde soort uitdagingen bezig zijn: Het beschikbaar maken van digitaal erfgoed voor onderzoekers en het publiek.”
Tekst: Edwin Ammerlaan
Foto’s: Vera Duivenvoorden