“Werken met digitale en open leermaterialen vraagt om een cultuurverandering”
Hoe kunnen digitale en open leermaterialen de toekomst van onderwijsinstellingen vormgeven? Wat is daarvoor nodig? In dit artikel delen twee bestuurders hun visie en geeft een open science expert inzicht in de voordelen én aandachtspunten van deze innovatieve onderwijsmiddelen.
“Het gebruik van digitale en open leermaterialen werkt volgens Daniël Wigboldus, voorzitter van het college van bestuur van de Radboud Universiteit en hoogleraar in de sociale psychologie. twee kanten op. “Je hebt zowel enthousiaste docenten nodig die hier actief mee aan de slag gaan, als bestuurders die deze ontwikkeling stimuleren en de kaders aangeven.”
Digitale en open leermaterialen zijn onderwijsmiddelen die online beschikbaar zijn en door iedereen gebruikt en aangepast kunnen worden. Het open karakter betekent dat de auteurs toestaan dat anderen hun werk gebruiken, bewerken en delen.
“Omdat je elkaars werkt verbetert, leidt deze ontwikkeling ook tot een betere kwaliteit van het lesmateriaal,” gaat hij verder. De materialen variëren van lesmodules en e-books tot video's en interactieve tools.
Zelf de regie nemen
Ondanks de vele voordelen van digitale en open leermaterialen, zijn er ook aandachtspunten. Zoals borgen dat onderwijsinstellingen zelf de regie behouden, in plaats van uitgeverijen en andere commerciële partijen. En ervoor zorgen dat zowel zelf ontwikkelde als ingekochte leermaterialen vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar zijn.
"Als je geen plan hebt, gaan anderen dat voor jou bedenken."
Ron Dekker werkt bij het Nationaal Groeifondsprogramma Npuls en is binnen de Transformatiehub Digitale leermaterialen verantwoordelijk voor de governance. “De belangrijkste vraag die we onszelf moeten stellen als het gaat om het belang en de urgentie van open en digitale leermaterialen is: van wie is het onderwijs? Het worst case scenario is dat uitgevers de inhoud van ons onderwijs en de lesmethoden gaan bepalen. Daarom moeten onderwijsinstellingen zèlf de regie nemen.”
Afspraken maken met leveranciers
De belangrijkste opdracht van Dekker is om te komen tot een afsprakenstelsel waarin onderwijsinstellingen met leveranciers afspraken maken over eenvoudige, veilige en betrouwbare toegang tot, en gebruik van, digitale onderwijsmiddelen.
Hij wijst daarbij op het belang van publieke waarden: hoe borgen we autonomie, rechtvaardigheid en menselijkheid in een wereld van toenemende digitalisering en afhankelijkheid van leveranciers? Dekker ziet daarbij een belangrijke rol weggelegd voor bestuurders.
“Als je geen plan hebt, gaan anderen dat voor jou bedenken. Het is daarom essentieel om een visie en bijbehorend beleid te ontwikkelen. Bestuurders moeten daarom digitale en open leermaterialen belangrijk maken in hun organisatie. Daar hoort ook het maken van flankerend beleid bij: wat kan een onderwijsinstelling doen om het gewenste effect te versterken? Dan denk ik bijvoorbeeld aan het faciliteren van docenten om zelf onderwijsmateriaal te maken en uit te wisselen.”
Evaluatie stimuleringsregeling Open en online hoger onderwijs
De ontwikkeling en het delen van open leermaterialen en de verbetering van de kwaliteit van online onderwijs, waren twee doelstellingen van de stimuleringsregeling Open en online hoger onderwijs 2015-2022 door het ministerie van OCW, uitgevoerd door SURF. Gedurende acht jaar is gewerkt aan collecties van open en online leermaterialen opbouwen, ervaringen opdoen en samenwerking stimuleren.
De regeling is geëvalueerd en enkele inzichten zijn dat de regeling heeft gezorgd voor kwaliteitsverbetering van het online onderwijs en er succesvolle ontwikkeling van open leermaterialen is geweest. Het delen en hergebruiken ervan vraagt nog extra aandacht. Hiervoor is samenwerking met bibliotheken en uitgevers cruciaal. En om een olievlekwerking te waarborgen is actieve ondersteuning en institutionalisering door instellingen essentieel! Een aandachtspunt voor bestuurders.
De evaluatie, opgesteld door bureau voor maatschappelijke vraagstukken Andersson Elffers Felix (AEF) in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, komt binnenkort beschikbaar. Wanneer deze is gepubliceerd, delen we het document hier.
Dekker vertelt dat er al een belangrijke stap is gezet met de verklaring Nationale aanpak digitale en open leermaterialen, die ondertekend is door de Vereniging Hogescholen, Universiteiten van Nederland en SURF. In deze verklaring spreken de Nederlandse hoger onderwijsinstellingen af om gezamenlijk te werken aan het maken, delen, hergebruiken en inkopen van leermaterialen. “De volgende stap is dat we die afspraken in praktijk gaan brengen.”
Groeien richting volwassenheid
Wigboldus maakt zich hard voor de inzet van digitale en open leermaterialen. Ook was hij een van de deelnemers aan het Koersteam van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ict. “Wat met publiek geld tot stand komt, moet ook breed gedeeld kunnen worden”, vindt hij.
De Radboud Universiteit is een van de onderwijsinstellingen die deelneemt aan de nieuwe regeling OpenUp van Npuls. Doel van deze regeling is om samen met mbo, hbo en wo meer regie te krijgen op het gebruik van digitale en open leermaterialen.
"Digitale en open leermaterialen ook daadwerkelijk gaan gebruiken, is niet van de ene op de andere dag geregeld maar een kwestie van de lange adem.”
De regeling geeft onderwijsinstellingen de kans om aan de slag te gaan met visie en beleid, systemen en platformen, bewustwording en implementatie. SURF ondersteunt de deelnemende instellingen bij het in gebruik nemen van diensten voor digitale leermaterialen.
“We hebben veel tijd en energie gestoken in het beschikbaar stellen van edusources en nu moeten we verder groeien richting volwassenheid. Het doel is namelijk niet alleen dat we digitale en open leermaterialen gaan ontwikkelen, maar dat we ze ook daadwerkelijk gaan gebruiken. En dat is niet allemaal van de ene op de andere dag geregeld, maar juist een kwestie van de lange adem”, aldus Wigboldus.
Vergoten van kansengelijkheid
Ook de Avans Hogeschool neemt deel aan OpenUp. Jan Bogerd is lid van het college van bestuur en een groot voorstander van digitale en open leermaterialen.
“Ik heb mijn studie destijds in deeltijd gedaan, omdat dit toen het beste paste bij mijn persoonlijke omstandigheden. Daarom juich ik deze ontwikkeling ook zo toe: digitale en open leermaterialen maken meer maatwerk mogelijk en zijn onlosmakelijk verbonden met het vergroten van kansengelijkheid. Onderwijs is daarmee niet langer one size fits all”, legt hij uit.
Bogerd denkt dat als gevolg van deze ontwikkeling de rol van een onderwijsinstelling zal veranderen. “De nadruk komt te liggen op het begeleiden van studenten en het toetsen van kennis”, voorspelt hij. “De content zelf zal tot stand komen in samenwerking met collega’s binnen én tussen instellingen. Dat laatste zie ik nu al gebeuren, professionals weten elkaar steeds beter te vinden. Dit alles maakt dat docenten een soort navigator worden, een ontwikkeling die wij als bestuur moeten steunen.”
“Professionals weten elkaar steeds beter te vinden. Dit alles maakt dat docenten een soort navigator worden, een ontwikkeling die wij als bestuur moeten steunen."
Toch verwacht Bogerd niet dat het leerproces volledig digitaal zal worden. “Het is belangrijk om ook live contact te hebben met docenten en medestudenten, want daar leer je óók van. Het is wat mij betreft dus niet of-of, maar en-en.”
Om digitale en open leermiddelen tot een succes te maken, is het volgens Bogerd belangrijk om deze ontwikkeling in een bredere context te plaatsen en onderdeel te laten zijn van de onderwijsstrategie. “We moeten het niet zien als een opgelegde verandering, maar als een maatschappelijke opdracht.”
Wigboldus moet toegeven dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is: “Het faciliteren van digitale platformen is één ding, maar uiteindelijk is een cultuurverandering nodig. Ik vind dat het tijd wordt voor meer waardering in het onderwijs: docenten die energie steken in het ontwikkelen van digitale en open leermaterialen, moeten daarvoor tijd, ruimte en erkenning krijgen.”
Tekst: Lyanneke Krauss
Headerfoto: Angeline Swinkels voor Avans