Experimenteren met e-portfolio binnen de Hogeschool Utrecht

Met dit interview bij Hogeschool Utrecht over de inzet van e-portfolio proberen wij meer inzicht te krijgen in het gebruik van e-portfolio's in het hoger onderwijs. Het doel is deze kennis te delen en te onderzoeken hoe wij knelpunten bij de inzet van e-portfolio’s kunnen oplossen.

Dit interview heeft begin juni 2023 plaatsgevonden

E-portfolio’s binnen de HU 

De afgelopen 4 à 5 jaar is er door verschillende opleidingen binnen de HU geëxperimenteerd met toenemende regie van de student op (keuzes in) het eigen leerpad. Reinier Veldhuis adviseur onderwijskundige rollen bij de Hogeschool Utrecht (HU) “We zien meerwaarde in het voortzetten van de zoektocht van opleidingen naar geschikte digitale ondersteuning bij het verder innoveren van hun onderwijs door meerdere systemen. We gaan voor meerdere portfolio’s om veel te leren en gebruik te maken van de nog groeiende markt. Wellicht is de markt na afloop van contractduur dusdanig ontwikkelt en weten wij als HU beter wat wij verwachten, dat dit te faciliteren valt binnen één systeem”.  

Sandra Broekman

Aanpak deelname aanbesteding 

De HU neemt deel aan de SURF aanbesteding om uiteindelijk tot één, twee of drie leveranciers te selecteren die het beste aansluiten bij de behoefte van de instelling. Dit biedt voor hen de mogelijkheid om, binnen vooraf vastgestelde kaders, sturing te geven aan de uitvraag en zo de best passende oplossing te selecteren. “Idealiter gaan we in de toekomst gebruik maken van één systeem, maar voor nu gaan wij met verschillende leveranciers experimenteren”, benadrukt Sandra Broekman business analist digitale leeromgeving aan de HU.  

Richtlijn keuze e-portfoliosysteem 

“Uit de SURF-raamovereenkomst zijn 3 portfoliosystemen gekomen”, benoemt Veldhuis. Er zijn vier gebruikersprofielen opgesteld die rekening houden met accentverschillen in het omgaan van flexibel toetsen binnen de HU. Tijdens de mini competitie, onderdeel van de aanbesteding wordt er per gebruikersprofiel een leverancier gegund. Opleidingen worden binnen één van deze vier gebruikersprofielen geplaatst, en selecteren gezamenlijk één leverancier. Alle opleidingen die in een later stadium aansluiten worden in gezamenlijk overleg toegevoegd aan het bij hen passende gebruikersprofiel en krijgen de reeds geselecteerde leverancier voor dat profiel. 

De gebruikersprofielen zijn opgesteld op basis van de 11 ontwerpprincipes van programmatisch toetsen. Resultaten vanuit een onderzoek door Lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht samen met Lectoraat Eigentijds beoordelen en beslissen van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. “Op basis van overeenkomstige ontwerpprincipes worden opleidingen binnen de HU met elkaar gematched.”  Alle opleidingen die starten met programmatisch toetsen, worden verdeeld over leerteams,  waarin ze onderwijskundig worden ondersteund vanuit Teaching and Learning Network (TLN). Tijdens iedere fase in het proces van implementeren van programmatisch toetsen kunnen dilemma’s, vragen of thema’s opkomen die prettig zijn om met een bredere groep te onderzoeken. Aansluiten bij een leerteam is een randvoorwaarde om als opleiding in te mogen stappen. Naast de leerteams start er ook een gebruikersgroep per leverancier. Hier wordt het systeem getest, geëvalueerd en in gezamenlijk met de leverancier suggesties geopperd voor doorontwikkeling. 

Reinier Veldhuis

Reinier Veldhuis

Onderwijskundige visie op de inzet van e-portfolio's 

Toetsen hebben binnen de HU een tweeledige functie in het leerproces: het sturen van de ontwikkeling van studenten (ontwikkelportfolio) en het nemen van beslissingen over de ontwikkeling van studenten (beslisportfolio).  “Wij hebben wel een visie op leren en toetsen, maar deze visies zijn er allemaal op het niveau van het instituut”, benoemt Veldhuis. De kaders die binnen de HU worden ontwikkeld zijn vooral bedoeld om opleidingen te helpen om keuzes te maken rondom leren en toetsen. “Instellingsbreed blijft het, bijvoorbeeld wat betreft toetsvormen, bij algemene definities”. Het is vooral bedoeld als een smakenkaart en om het onderscheid te maken tussen waar welke toetsvorm het meest sterk in is”.   

Broekman: “Goed om hierbij te benadrukken is dat wij als instelling een platte organisatie hebben. Naast instituten, diensten en kenniscentra, heeft de HU ook een netwerkstructuur: Teaching and Learning Network.” Naar dit netwerk kunnen werknemers uit instituten gedetacheerd worden om vanuit centraal niveau andere opleidingsinstituten te helpen op verschillende vlakken. Veldhuis: “Op centraal niveau wordt er dus een ruwe schets gegeven. Op basis daarvan mogen instituten hun eigen tekening maken en inkleuren. Dan zorgen wij als hogeschool weer dat we daarin met en van elkaar leren.” 

Visie digitale leeromgeving (DLO) of digitalisering 

De HU vindt het belangrijk om in te spelen op de snelle en continue veranderingen. Deze veranderingen vragen namelijk om flexibiliteit en aanpassingsvermogen, van zowel de HU zelf als van de studenten die zij opleiden. Met de HU-didactiek en de vraag naar gepersonaliseerd onderwijs, is er een digitale leeromgeving (DLO) nodig die is afgestemd op docenten en studenten. Binnen de DLO moet er de ruimte zijn voor hen om te vernieuwen, te innoveren en te studeren op maat.  

De digitale leeromgeving van de HU is Canvas.

Betrokkenen 

“Allereerst hebben wij geïnventariseerd welke van onze opleidingen op korte termijn een digitale ondersteuningsbehoefte hadden. Met deze opleidingen hebben wij actief de minicompetitie voorbereid.” Naast de minicompetitie zijn dit ook de opleidingen die als eerste gaan deelnemen aan de leerteams en de gebruikersgroepen. 

Technische kant van e-portfolio’s 

De portfoliosystemen waarmee momenteel wordt geëxperimenteerd, hebben allemaal een koppeling met de DLO van de HU, namelijk Canvas. De komende tijd gaan wij na in gezamenlijkheid met het onderwijs welke andere behoeftes voor technische inrichting er ontstaan vanuit het onderwijs. Een behoefte die wij op dit moment al voorzien ivm bewaar en verwijdertermijnen is een koppeling naar het HU centrale archiveringssysteem. Daarnaast weten wij ook nog niet weten hoe het landschap eruit gaan zien. Ook heeft dit te maken met onze visie op architectuur die nu gaat veranderen.” 

Functionele succesfactoren 

Broekman en Veldhuis benoemen meerdere succesfactoren voor een e-porfoliosysteem. “Onze keuze voor een bepaald e-portfoliosysteem hangt sterk af van de dienstverlening die de leverancier ons biedt. Wij vinden het belangrijk om gehoord te worden en het gevoel te krijgen dat we echt samen dingen doen”. Broekman: “Ik denk dat de dienstverlening veel belangrijker is dan de functionaliteiten, want die zijn te bouwen.” Veldhuis voegt hier nog het volgende aan toe: “We willen echt samen met en van elkaar leren.” 

“Het motto “samen met en van elkaar leren” is waar we al heel lang oog voor willen hebben en houden”, benoemt Veldhuis. Zo laten wij opleidingen ervaren dat ze meer raakvlakken met elkaar hebben dan ze op voorhand denken.