"Op basis van de inkomende data kun je de hoeveelheid vis vaststellen. De soort vis kunnen we nog niet met de gewenste nauwkeurigheid bepalen, maar dat komt er wel aan."
Use case Akoestische data over de haringstand
IMARES is het Nederlandse instituut voor toegepast marien ecologisch onderzoek. Het vergaart kennis en geeft advies over duurzaam beheer en gebruik van zee- en kustgebieden. Met akoestische signalen brengen onderzoekers de visstand in de Noordzee in kaart. De data worden opgeslagen met de dienst Data Archive.
Visstand meten met geluidpulsen
Hoe onderzoek je de haringstand in de Noordzee? Bij IMARES (onderdeel van Wageningen Universiteit) gaat dat met akoestische gegevens, aldus Daniel Benden (softwareontwikkelaar): “Daarvoor hebben we onder ons schip een echosound hangen, een apparaat dat geluidpulsen het water in stuurt. Aan de hand van de reflectie van die pulsen kunnen we vaststellen of er iets onder het schip zwemt: bijvoorbeeld een school haring of makreel. Op basis van de inkomende data kun je de hoeveelheid vis vaststellen. De soort vis kunnen we nog niet met de gewenste nauwkeurigheid bepalen, maar dat komt er wel aan. Nu bepalen we die gewoon door te vissen.”
Vangstquota vastleggen
IMARES gebruikt een schip van de Rijksrederij. Het werkterrein is de Noordzee. Voor het bepalen van de haringstand onderzoekt Nederland het gebied voor de kust van Schotland, tussen Aberdeen en Newcastle. De data worden gecombineerd met de gegevens van de rest van de Noordzee, die wordt gedekt door Europese partners. “De resultaten worden onder meer gebruikt bij het bepalen van de populatiegrootte en om uiteindelijk jaarlijks een duurzame vangstquota vast te leggen”, zegt Benden. “Op internationaal niveau komt er een advies aan de verschillenden partijen die bij de visserij betrokken zijn. Voor de Noordzeeharing zijn dat de EU en Noorwegen. Nederland krijgt uiteindelijk een proportie van de EU-quota.”
Data archiveren
Op het schip worden de data met behulp van een NAS (een harde schijf voorzien van een netwerkaansluiting) vastgelegd op harde schijven. Op de wal brengt Benden de schijven naar SURF, waar de data ingelezen worden. Het gaat nog niet om zeer grote hoeveelheden; de verwachting is dat de echoapparatuur ongeveer 8 TB aan data per jaar gaat produceren. Om die data te archiveren, zijn twee bezoekjes per jaar aan SURF voldoende.
"We voelden ons direct prettig bij het gesprek met SURF. Niets is een probleem, alles kan, voor alles is een oplossing. Dat gaf voor ons de doorslag."
Voor alles is een oplossing
Welk voordeel levert deze werkwijze op voor IMARES? “Dat is in de eerste plaats een kostenvoordeel. Het was vrij duur om deze data binnen de Wageningen Universiteit op te slaan”, zegt Benden. “Maar ook de service was belangrijk: we voelden ons direct prettig bij het gesprek met SURF. Niets is een probleem, alles kan, voor alles is een oplossing. Dat gaf voor ons de doorslag. We hebben in principe eenvoudig toegang tot de data, alleen de netwerksnelheid op onze vestiging in IJmuiden is een bottleneck. Maar dat geldt voor elke externe locatie. En het gaat uiteindelijk om langetermijnopslag.”