De route in digitale transformatie: open standaarden
Open standaarden zijn een belangrijke voorwaarde voor geslaagde digitalisering. We gaan in gesprek met drie experts over de toepassing, de trends en de dringende noodzaak van standaarden. "We willen van veel verschillende bergen skiën, maar hebben nog geen gezamenlijke ski-binding."
We zijn het er met z’n allen over eens: in de onderwijs- en onderzoeksector is onze autonomie een groot goed. Door digitalisering worden we echter steeds afhankelijker van technologie en leveranciers. Het is belangrijk dat we nu de juiste beslissingen nemen waardoor we in de digitale transformatie zelf voldoende slagkracht houden en ondertussen met elkaar de juiste richting opgaan. Daarvoor maken we afspraken en die worden vastgelegd in standaarden, open standaarden.
Wat is een standaard?
“Al skiënd heb ik dat ooit mogen uitleggen,” zegt Larissa Zegveld, voorzitter van het Forum voor Standaardisatie en CEO van Kennisnet. “Voor mensen die skiën is het eenvoudig te begrijpen. Als je skiet kun je in elk land met jouw skischoenen terecht en kun je ski’s huren waar een standaard-skibinding op zit. Het maakt niet uit waar je je skischoenen vandaan hebt of waar je ski’s huurt. Je kunt jarenlang met dezelfde skischoenen en verschillende ski’s van vele bergen af skiën.”
Vertaald naar de digitale wereld is daar een soortgelijke ontwikkeling. We zijn steeds meer gegevens met elkaar gaan uitwisselen en dat neemt alleen maar toe. Kortom, we willen van heel veel verschillende bergen skiën, maar hebben nog niet overal de gezamenlijke binding voor elkaar.
Open standaarden volgen een democratisch proces
De vraag die speelt bij velen is ‘wil je jezelf als organisatie wel afhankelijk maken van afspraken, die op het eerste gezicht lastig zijn te doorgronden en waarvoor intern niet altijd de kennis al aanwezig is’. Want als je je committeert aan een standaard, betekent dat immers dat je bepaalde ‘regels’ moet volgen. Maar juist daarom is het democratische proces bij open standaarden zo waardevol.
"Stel je voor dat twintig procent van alle zorgverleners in de wereld volgens één standaard hun data opschrijft, en dat die data gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek, dan bouwen we een weergaloze kennisbank op."
“We spreken van een open standaard als documentatie over die standaard laagdrempelig beschikbaar is en dus voor iedereen toegankelijk,” legt Zegveld uit. “Er zitten geen licenties op en er zijn ook geen hindernissen op het terrein van intellectueel eigendom. Eigenlijk, is het van ons allen. Het is democratisch: iedereen die te maken krijgt met die standaard heeft inspraakmogelijkheden en er is een beheerorganisatie die in de gaten houdt dat als er veranderingen in de standaard komen, deze nog steeds interoperabel is.”
Wouter de Haan, manager stelselbeheer bij Nictiz, de kennisorganisatie die onder andere standaarden in de zorg beheert en ontwikkelt, geeft een heel mooi voorbeeld van wat mogelijk is, wanneer standaarden goed worden ingezet. “De zorg kent een gestandaardiseerde taal voor medische terminologie: SNOMED. Deze taal wordt in principe wereldwijd omarmd, bijna alle landen hebben gezegd, wij gaan dit gebruiken. De intentie is er. Moet je nou eens voorstellen dat als twintig procent van de zorgverleners in de wereld hun data volgens die standaard opschrijft en die data gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Dan bouwen we een kennisbank op die weergaloos is. Waar nu ziektebeelden nog zeldzaam zijn en artsen met hun handen in het haar zitten, is straks geen enkele ziekte meer bijzonder als we al die informatie met elkaar kunnen delen.”
Het standaardisatieproces: systemen waarop innovatie kan plaatsvinden
Is standaardisatie goed voor innovatie? “Aan de ene kant kun je zeggen dat standaardisatie ten koste gaat van creativiteit, en dus van innovatie. Maar aan de andere kant zorgt standaardisatie wel voor compatibiliteitsstandaarden waardoor je systemen kunt creëren waarin innovatie kan plaatsvinden,” zegt associate professor standaardisatie Geerten van de Kaa (TU Delft). “Een standaard is vergelijkbaar met een dominant ontwerp. En binnen dat ontwerp kun je innoveren.” Volgens Van de Kaa moeten we het standaardisatieproces beter doorgronden, want dan kun je die innovatieve systemen realiseren waarmee we de uitdagingen kunnen aangaan die voortkomen uit al onze ambities, zoals flexibel onderwijs en maximaal hergebruiken van onderzoeksdata.
“Op allerlei plekken zijn partijen bezig om opties voor normen te ontwikkelen, maar omdat het lang niet allemaal op elkaar is afgestemd, kunnen initiatieven elkaar in de weg zitten. Dit kan resulteren in zogenaamde ‘standards battles’." Het is een van de onderwerpen waar Van de Kaa zich al vanaf het begin van zijn carrière mee bezig houdt. En een van de centrale vragen, die ook voor ons interessant is, luidt: wat draagt eraan bij dat een standaard wordt geadopteerd door de markt en vervolgens ook geaccepteerd door gebruikers. “Bij grote medische instellingen bijvoorbeeld worden standaarden gekozen, maar mensen gebruiken die standaarden niet altijd,” zegt Van de Kaa.
“In de zorg hebben we een aantal grote uitdagingen, en een daarvan is hoe zorgen we dat zorgverleners conform de standaarden gaan werken?” beaamt De Haan. “Waar we mee worstelen is informatie goed gecodeerd opslaan aan de bron. Ondersteunt het systeem de zorgverlener om informatie op de goede plek te zetten?”
“Standaarden maken is een heel zorgvuldig en gedegen werkje, we hebben er veel aan. Denk maar aan het aangifteformulier dat we invullen voor de Belastingdienst. We zijn dolblij dat dit vooringevuld is. Dat is bij uitstek een voorbeeld van gegevensuitwisseling via open standaarden,” zegt Zegveld. De aangeleverde gegevens komen hier van verschillende partijen samen.
Wisselen van leverancier: makkelijker met open standaarden
We zitten nu in de fase van toenemende gegevensuitwisseling over de grenzen van instellingen, sectoren en zelfs landen heen. Hiervoor zaten we in een fase waarin instellingen hun bedrijfsprocessen voornamelijk intern gericht gingen automatiseren. In die periode werkte ‘ieder voor zich’ of zoals De Haan het omschrijft ‘verkokerd’. “Dat heeft binnen een koker soms ook hele positieve effecten gehad. Als je kijkt naar de dienstverlening van een individueel ziekenhuis, dan is die anno 2023 onvergelijkbaar veel beter dan in 2011, maar zodra je over de grenzen van de kokers heengaat, is het nog tamelijk dramatisch.”
"In aanbestedingsprocedures bleek dat we met onze data en informatie niet heel makkelijk naar een andere leverancier konden overstappen. We zaten vast in vendor-lock-ins."
“Je ziet dat we steeds meer toegaan naar een open standaardenomgeving, juist doordat we uit een fase komen waarin we vastzaten aan gesloten standaarden,” zegt Zegveld. “Daar liepen we tegenaan, in bijvoorbeeld aanbestedingsprocedures, toen bleek dat we met onze data en informatie niet heel makkelijk naar een andere leverancier konden overstappen. We zaten vast in vendor lock-ins. Dat was de trigger om de beweging naar open standaarden te maken. Die beweging gaat nu heel hard.”
“Net als veel andere organisaties zitten we met een legacy van systemen en binnen de onderwijssector zijn we er met elkaar in geslaagd om die via de open standaard OOAPI zoveel mogelijk aan elkaar te koppelen.” Dit is een van de succesvoorbeelden van een open standaard, maar er zijn nog veel meer standaarden en voor het onderwijs en onderzoek zijn die vastgelegd in Edustandaard.
Voorkomen is beter dan genezen
Bij standaardisatie is de grote uitdaging dat je soms een stap achteruit moet nemen om er twee vooruit te kunnen zetten. “Het kan nu gebeuren dat softwarepakketten in het onderwijs worden aangeschaft die niet voldoen aan de standaarden, waardoor uitwisseling of overstappen vrijwel onmogelijk wordt. Dan moeten we eerst een stap achteruit door standaarden af te spreken, zodat we daarna twee stappen vooruit kunnen,” aldus Zegveld.
De Haan heeft hiervan in de praktijk de pijnlijke consequenties gezien. “Met het ministerie van VWS hebben we afgesproken dat we naar een bepaalde versie van de Health Level 7 standaard gaan, een technische standaard over hoe je medische informatie specificeert. Maar er waren partijen die net met elkaar hadden afgesproken om samen te investeren in een andere versie van die standaard. Zij moeten nu desinvesteren. Ze snappen dat het moet, willen we ooit echt overkoepelend met elkaar informatie delen, maar het doet wel pijn. Op dat moment moeten de bestuurders opstaan en zeggen: hier moeten we doorheen om er uiteindelijk allemaal voordeel van te hebben.”
Waken over onze publieke waarden: samenwerken aan open standaarden
“Het succes van standaarden zit in de samenwerking,” zegt Van de Kaa. “Je kunt wel allemaal mooie standaarden bedenken, maar de adoptie van een standaard komt niet zomaar en is, gek genoeg, gebaat bij een flexibel karakter, ofwel een standaard die aanpassingen ondergaat. Open standaarden hebben die eigenschap, hierbij zijn steeds veel mensen betrokken die de standaard verder kunnen helpen. Ontwikkelaars kunnen die aanpassen aan hun wensen en aan de wensen van gebruikers. Zo krijg je een standaard die beter is voor iedereen. Daarbij draagt ook de diversiteit van de netwerken achter standaarden bij aan het succes. Dat is logisch, want hoe diverser het netwerk, hoe groter het potentiële marktaandeel.”
"Een standaard neemt toe in waarde naarmate meer andere bedrijven die standaard adopteren."
Als onderwijs- en onderzoeksector hebben we belangrijke beslissingen te nemen. Zegveld: “we verenigen ons en gaan de gesprekken aan met leveranciers, ook de grote partijen die internationaal opereren. Zo hebben we veel meer slagkracht en komen we in de positie waarin we kunnen afdwingen dat er niet te gesloten wordt geacteerd. Ondertussen zie je een tegenbeweging waarin we streven naar een open informatievoorziening en werken aan alternatieven. Een voorbeeld hiervan is de Mastodon-omgeving. En een belangrijke trend is identiteit, daarin gaat een hoop gebeuren. We willen dat de authenticiteit van een afzender én de publieke waarden die wij in Nederland zo belangrijk vinden, gewaarborgd blijven. Dat kost veel werk en soms kiezen we graag voor het gemak dat leveranciers ons bieden, maar laten we daar niet onbezonnen naartoe bewegen.”
Laten we ons vooral ook bewust worden van de pressures die, naast innovatie, bij de adoptie van standaarden een grote rol spelen. Van de Kaa legt die uit. “Je hebt bijvoorbeeld coercive pressure: ik word min of meer gedwongen voor een standaard te kiezen omdat andere bedrijven in mijn waardeketen ook voor die standaard kiezen en ik anders niet kan samenwerken. Daarnaast zijn er de netwerkeffecten: een standaard neemt toe in waarde naarmate meer andere bedrijven die standaard adopteren.” Als onderwijs- en onderzoeksector zijn we met elkaar groot genoeg om hier verschil te maken.
Tekst: Maureen van Althuis
'De route in digitale transformatie: open standaarden' is een artikel van SURF Magazine.
Terug naar SURF Magazine
Vragen naar aanleiding van dit artikel? Mail naar magazine@surf.nl.